Leden van Gemengde zangvereniging Con Brio laten hun stem eens op andere wijze horen.
Zij vertellen over hun verbondenheid met het koor en het plezier van het samen zingen.
Deze keer:
DE STEM VAN:
Marie José Vernooy
4 jaar lid van Con Brio.
De meeste mensen in Broekhuizen-/vorst kennen mij niet. Maar als ik mijn meisjesnaam noem, Ras, zullen er toch een aantal mensen zijn die vragen: “van de familie Ras van de Molenberg?” en ja, dat is het geval.
In 1969 verhuisden mijn ouders van de super gezellige stad Breda naar het kleine dorpje Broekhuizen. Ik was toen nog maar 19 jaar en moest mee. Broekhuizen telde toen 300 inwoners met als enige winkel de bakkerij van Mina en Betsie. In Broekhuizenvorst hadden we alleen de slagerij van Miek en Jos Kersten die ik kende. Dus erg spannend was het niet in onze 2 dorpen. Ik wilde dan ook maar 1 ding en dat was: “zo snel mogelijk weg.” Als kind woonde ik in Venlo. Daar zat ik op de lagere school en later op het Marianum. Dus Limburg was mij niet helemaal vreemd. Ik vierde een beetje carnaval in Venlo en kende vrijwel alle carnavalsliedjes van Boermans. Maar in de periode tussen Broekhuizen en Venlo woonden wij in Breda en dat was “the place to be.”
In minder dan 2 jaar haalde ik mijn onderwijsdiploma in Venlo en kreeg ik een baan in de buurt van Nijmegen. En weg was ik. In Nijmegen brak een reuzeleuke tijd aan en bereisde ik de wereld in mijn lange schoolvakanties. Zo leerde ik ook mijn man kennen. Hij woonde echter in het westen van het land en daarom verhuisde ik naar Hillegom. Wij trouwden, kregen 3 kinderen en woonden daar 38 jaar. Maar Broekhuizen was niet uit beeld. Elke maand en ook vaak in de vakanties laadde ik onze kinderen, ons beddengoed, potjes olvarit, een pan met eten, een bak met speelgoed en nog veel meer in onze auto en reden wij naar Broekhuizen. Want daar woonden opa en oma. En wat was het daar leuk. We wandelden in de Hamert, in het Schuitwater, in Arcen, dronken een biertje bij Hertog Jan, en ja zeker, er kwamen allerlei leuke terrasjes , ook in Broekhuizen. Ons dorp werd zowaar leuk.
Toen onze ouders er niet meer waren moesten wij, met pijn in ons hart, ons mooie huis op de Molenberg verkopen. De gelukkige koper was niemand minder dan Jan Huijs. Jullie allemaal vast bekend. Hij zorgde supergoed voor ons huis. Hij verbouwde het en paste het aan aan de 21 eeuw, maar behield de goede sfeer van het huis. En toen in 2014 hoorden wij dat Jan zijn/ons huis te koop had gezet. Wij hoefden niet lang na te denken. En een paar jaar later waren wij weer de gelukkige eigenaren van Molenberg 7. Ik was vast van plan om te gaan inburgeren in Broekhuizen, maar hoe dat wist ik nog niet. Totdat de “Potgrondactie” langs de deur kwam. Het waren 3 dames van Con Brio en al weet ik nu nog steeds niet wie het waren, zij verkochten ons een paar zakken potgrond en haalden mij over om bij Con Brio op het koor te komen. Want daar was het leuk. Al kon ik niet goed zingen, had ik nooit op een koor gezeten, behalve een blauwe maandag op het Marianum bij onze muziekdocent Vleeshouwers, ik kon geen noten lezen, het maakte allemaal niets uit. ‘Ik kon het toch proberen?” zeiden de dames van de potgrondactie. Nu zit ik alweer 4 jaar bij Con Brio. En ik heb er nog geen dag spijt van. Het is een gezellige zangvereniging, ons repertoire is heel afwisselend van hele mooie liedjes tot vrolijke wijsjes. Ik ben nu ook sinds een jaar bestuurslid. Al spreek ik geen Limburgs, ik versta het wel. Ik hoop hier nog lang te wonen en zo zoetjes aan verder in te burgeren. Op de gymclub, bij de KBO, op de yoga en met de Goede Doelenactie waar ik mij ook voor inzet. Ondertussen zijn wij, Jack en ik, ook opa en oma en komen onze kinderen met hun kleintjes geregeld onze richting uit. Maar wij gaan nog vaker naar hen toe. En zo is de cirkel rond.
En weet je wat ik zo leuk vind: bij Con Brio zingen ze ook het lied: ‘Ik ben zo blij dat ik je niet vergeten ben.”