Leden van gemengde zangvereniging Con Brio laten hun stem eens op andere wijze horen. Zij vertellen over hun verbondenheid met het koor en het plezier van het samen zingen.
De stem van
Johan Maree: Bas
2 maanden lid van Con Brio
Toen ik afgelopen donderdag het verhaal van Dieter Achten las, was mijn inschatting dat het niet lang zou duren of hij zou mij vragen een stukje te schrijven. En ja hoor, de potgrondactie was amper koud voorbij of de telefoon ging!
Welbeschouwd ben ik door onze verhuizing naar Broekhuizenvorst bij Con Brio terecht gekomen, maar ik begreep van Dieter dat er iets meer uit de pen zou moeten vloeien.
In december 2018 zag ik een flyer van Con Brio waarin het Adventsconcert werd aangekondigd. Als het even kon zou ik gaan luisteren maar andere afspraken moesten worden nagekomen. Omdat in die maand ons jaarlijks familiedineetje in Tienray zou worden gehouden logeerden wij weer eens in het Maashotel. Langs mijn neus weg informeerde ik naar de muzikale kwaliteiten van de koren in de omgeving. Natuurlijk had ik via internet al de nodige informatie vergaard maar vragen kon toch ook geen kwaad. “Als ik bij Con Brio wilde gaan zingen dan zou ik wel heel snel moeten zijn”!! Mijn informante doelde hierbij op de gemiddelde leeftijd en verdere informatie bleek niet voorhanden. Niet echt bruikbare info dus.
Op het concert in het kader van Horst 800 raakte ik in de pauze met Lidy in gesprek en de eerstvolgende repetitie was ik present.
Als jongetje zal ik op een Gereformeerde lagere school. Elke morgen zongen wij een psalm en wij moesten tot aan de vijfde klas elke week een psalm instuderen en werden dan overhoord. Dit was een van de weinige keren dat ik een tien scoorde op mijn rapport. Vanaf de vijfde mocht je de catechismus in je kop stampen. Natuurlijk zat ik in die tijd op het Knapenkoor en om de ouders te ontlasten werden we ook op de Zondagschool verwacht.
Al met al heb ik in die tijd mijn stembanden behoorlijk kunnen oefenen.
Na een muzikale uitspatting bij de Harmonie, mijn vader deed het slagwerk en was tambour- maitre, via de tuba naar de kleine trom ( mijn zussen deden de pauken en de rest van de familie was verstandiger dan wij). In die tijd hadden wij een harmonium en daar kon ik al snel
redelijk mee uit de voeten. Omdat ik nogal graag experimenteel musiceerde besloten mijn ouders om het instrument op te ruimen. Het fijne ervan heb ik nooit geweten maar het had iets met de buren te maken. De gitaar bleek een goede vervanger maar al snel kwamen interesses die meer prioriteit hadden.
Na lange tijd niet in groepsverband te hebben gezongen werd ik lid van een popkoor waar vooral musicals werden gezongen. Na een aantal jaren kwam ik terecht bij een Vocal Group die ook aan Close Harmony deed. Gregoriaans bij een Scola Cantorum, een projectkoor met werken van Rossini en Puccini, een operettekoor en diverse kerkkoren. Ik heb een prachtige tijd gehad en vooral het keiharde werken bij het projectkoor sprak me enorm aan. Dat ik na onze verhuizing weer lid zou gaan worden van een koor was een gegeven.
Het repertoire van Con Brio is vrijwel geheel nieuw voor me dus een mooie uitdaging. Natuurlijk is het altijd even wennen als je nieuw bent bij een koor. Ik ben prima opgevangen en naast de nodige humor wordt er serieus gerepeteerd. Ook is de taal, ik durf geen dialect te zeggen, een kwestie van wennen maar als het niet te snel gaat kan ik het meeste wel volgen.
Op muziekgebied heb ik nog wel wat wensen. Ik zou graag nog eens aan een groot klassiek project mee willen werken of close harmony zingen. In ieder geval heb ik bij Con Brio mijn draai gevonden en het is ook nog eens lekker dicht bij huis, iets wat zeker ook een rol heeft gespeeld.