De stem van Adéle Poulissen

Leden van Gemengde zangvereniging Con Brio laten hun stem eens op andere wijze horen.

Zij vertellen over hun verbondenheid met het koor en het plezier van het samen zingen. 

Deze keer:
DE STEM VAN: Adéle Poulissen, Sopraan

Ik ben een geboren en getogen Grubbenvorster ”megje”.Woon nog steeds in Grubbenvorst, weliswaar diverse keren verhuisd maar het dorp niet verlaten.
Zo is het ook met mijn gevoel voor muziek.
De zusters Ursulinen hebben hierbij een grote rol gespeeld. Op de meisjesschool, een gemengde school was in die tijd ondenkbaar, kregen we zangles.

Samen muziek maken bracht me bij de “Mandolinata” waar ik noten leerde lezen en ook hoe je deze op een accordeon tot muziek kon brengen. Met dit instrument maakte je, als je gaat puberen, niet de blitz. Dus dit werd in een kast opgeborgen en er kwam opnieuw ruimte voor het zingen.

Op de MULO hadden de zusters een jonge muziekleraar gestrikt die ons kennis liet maken met de stem. Het toeval wilde dat hij ook dirigent werd van de Gemengde Zangvereniging Grubbenvorst en met een groepje van 15-jarigen werden we lid. Vanzelfsprekend sopraan want dan had je de hoogste stem en bijna altijd de melodie. We reisden via Mozart naar Rossini, Diabelli, Bach. Alle klassieke componisten  kwamen voorbij maar ook moderne hedendaagse componisten werden niet geschroomd. Een concert met Rowwe Héze: daar draaiden we de hand niet voor om.

Onze dirigent ontdekte al heel vroeg Carl Jenkins en tijdens een Proms uitvoering kregen we muzikale ondersteuning van o.a. de dirigent van de Gemengde Zangvereniging Arcen. Ook hij raakte in de ban van Jenkins. Intussen had Grubbenvorst afscheid genomen van de Gemengde Zangvereniging. Het toeval wilde dat Arcen enkele tenoren en bassen van Grubbenvorst uitnodigde om hen te ondersteunen bij een jubileumconcert met, ja hoor, Jenkins. Het werd voor de mannen een blijvertje en zij maakten de definitieve stap naar Arcen. Ik kon niet achterblijven en zo reisden we iedere week van Grubbenvorst naar Arcen. Hier viel vorig jaar ook het doek. De muziek werd opgeborgen en de noten zwegen. Het werd stil maar niet voor lang. Opnieuw speelde toeval een rol. Arcen en Broekhuizen hadden samen een pontveer concert georganiseerd en zo maakten we kennis met elkaar. De telefoon werd gepakt en Con Brio stond open voor nieuwe leden. Mijn man en ik waren van harte welkom en zo stapte ik in een nieuw muzikaal avontuur.

Iedere donderdag reizen we nu van Grubbenvorst naar Broekhuizen en ik voel me er thuis. Opnieuw sopraan, nu heb ik wel gekozen om een toontje lager te zingen en voel me bij de 2e sopraan heerlijk op mijn gemak.

Alleen… toen kwam Corona en alles is weer stil. De muziek is niet opgeborgen; we kunnen thuis oefenen. Alleen… het is toch stil en er is geen “derde helft”.

Maar bij een gezonde muzikale oefening hoort ook luisteren naar elkaar… even afstand nemen en met volle vertrouwen samen de draad weer oppakken want als we samen geen muziek meer kunnen maken: dan wordt het pas echt stil.